HyperText Markup Language
| HyperText Markup Language | ||||
|---|---|---|---|---|
HyperText Markup Language | ||||
| Status | gepubliceerd | |||
| Startjaar | 1993 | |||
| Auteurs | W3C en WHATWG | |||
| Basisstandaarden | SGML | |||
| Gerelateerde standaarden | xHTML | |||
| Afkorting | HTML | |||
| Domein | Wereldwijd web | |||
| Website | ||||
| ||||
HyperText Markup Language (afgekort HTML) is een op SGML gebaseerde opmaaktaal voor de specificatie van documenten, voornamelijk bedoeld voor het wereldwijde web. Het is de standaard opmaaktaal voor webpagina's. Documenten in HTML kunnen geopend en gelezen worden door een webbrowser om vervolgens als webpagina weergegeven te worden. HTML-documenten bevatten op de eerste plaats semantische structuur en tekstuele inhoud van een webpagina; de opmaak en visuele weergave kunnen er ook in worden beschreven, maar daar wordt tegenwoordig gewoonlijk CSS voor gebruikt.
Inleiding
[bewerken | brontekst bewerken]Gebruik
[bewerken | brontekst bewerken]HTML wordt meestal bekeken met een webbrowser, een programma dat HTML-documenten opvraagt bij een webserver en als opgemaakte tekst (een webpagina) aan de gebruiker toont. Het document kan ook 'lokaal' staan: als bestand op de eigen computer van de gebruiker, in plaats van op een webserver. Naast browsers kunnen ook sommige andere programma's zoals tekstverwerkingsprogramma's HTML-documenten tonen. E-mails kunnen eveneens HTML-codes bevatten.
Hypertext en hyperlinks
[bewerken | brontekst bewerken]De wezenlijke eigenschap van HTML is dat deze hypertekst ondersteunt: documenten en bestanden die verbonden zijn door direct volgbare verwijzingen, de zogenaamde hyperlinks (in het Nederlands ook wel koppelingen genoemd).
Opmaaktaal
[bewerken | brontekst bewerken]Daarnaast is HTML een opmaaktaal zoals vele andere, met notaties voor het aangeven van een indeling in alinea's, van kopjes, nadruk in de tekst en tabellen. Afbeeldingen en multimedia kunnen via HTML-codes op de webpagina worden opgenomen (maar staan niet in het HTML-bestand zelf).
Een HTML-document bestaat uit platte tekst waarin met markeringstekens is aangegeven hoe de tekst moet worden geïnterpreteerd, bijvoorbeeld als lijst of als opschrift. Zo'n markering wordt (naar het Engels) een HTML-tag genoemd.
In de loop der jaren is het aantal verschillende tags dat in HTML wordt gebruikt, enorm uitgebreid. Om interpretatieproblemen te voorkomen heeft het World Wide Web Consortium (W3C) aanbevelingen opgesteld over welke tags geldig zijn en hoe ze moeten worden geïnterpreteerd. De oorspronkelijke aanbeveling is een aantal malen geactualiseerd in verband met verdere ontwikkeling van HTML. De laatst geaccepteerde aanbeveling, HTML 5.0, dateert van oktober 2014.
Sinds het ontstaan van HTML zijn er pogingen gedaan om het tot een exact gestructureerde taal te maken, door te eisen dat de syntaxis van de tags exact gevolgd wordt en hun combinatie aan een precieze grammaticale definitie voldoet. Dit is gedaan door de syntaxis van elke versie van HTML te beschrijven als een toepassing van SGML, later XML. Dit is een wezenlijke voorwaarde om een uniforme interpretatie van HTML door software te kunnen garanderen. De meeste gebruikers en softwareontwikkelaars hebben zich hier nooit veel van aangetrokken, met als gevolg dat HTML-verwerkende software in de praktijk niet op het correct gebruik van tags mag rekenen en de eindgebruiker niet op een consistente interpretatie.
Een tweede continue trend in de ontwikkeling van HTML vormden de pogingen om het tot een structurele (of logische) opmaaktaal te maken, waarbij de tags in het document alleen structuur en algemene eigenschappen van de tekst aangeven, terwijl de details van de presentatie apart van het document worden gespecificeerd. Dit heeft als voordelen dat de opmaak ineens kan worden gewijzigd voor alle documenten tegelijk en dat er verschillende presentatievormen kunnen worden gebruikt die bijvoorbeeld toegesneden zijn op de eigenschappen van de gebruiker (misschien kleurenblind of blind) of van het weergevende apparaat (misschien een klein beeldscherm of zwart-wit-papier). Aanvankelijk is dit totaal mislukt, waardoor HTML een grote hoeveelheid presentatiespecifieke tags heeft gekregen. Uiteindelijk heeft dit principe zich toch doorgezet, waardoor in moderne HTML een nette scheiding van presentatiespecificatie mogelijk is, met behulp van Cascading Style Sheets (CSS).
Interactie
[bewerken | brontekst bewerken]HTML zelf voorziet alleen in zeer eenvoudige gebruiksinteractie:
- het aanklikken van verwijzingen,
- het invullen van tekstvelden,
- het klikken in afbeeldingen.
Een min of meer gestandaardiseerde vorm om andere soorten interactie te ondersteunen is het inbedden van scripts geschreven in de taal JavaScript. Voor zowel CSS als interactie geldt het voorbehoud dat HTML niet ontworpen of geschikt is voor het ondersteunen van een willekeurige grafische paginavormgeving of gebruikersomgeving.
Het derde doorlopende thema in de ontwikkeling van HTML is het spanningsveld tussen innovatie en standaardisering. De concurrentiestrijd tussen producenten van webbrowsers heeft een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van HTML. Producenten ontwikkelden op eigen houtje nieuwe tags, die vaak niet door andere webbrowsers werden begrepen, hadden eigen interpretaties van stylesheets en een eigen interpretatie van JavaScript. Sommige van deze HTML-tags zijn later opgenomen in de aanbevelingen, andere niet. Ook nu nog zijn daarvan relicten te vinden in moderne browsers.
Aanbeveling versus standaard
[bewerken | brontekst bewerken]Het W3C is een internationale organisatie maar heeft geen bevoegdheid om standaarden vast te stellen, zoals de ISO. De HTML-specificaties van het W3C zijn daarom formeel niet meer dan aanbevelingen. In de praktijk worden de W3C-aanbevelingen echter als standaarden gezien, mede omdat alle belangrijke browserfabrikanten in het W3C samenwerken.